Evaluatie geofysische methoden voor onderzoek bresgevoeligheid van Vlaamse dijken: deelopdracht 3: voorstel tot monitoring
Depreiter, D.; Van Looveren, R.; Vincke, L.; Peeters, P.; Mostaert, F. (2010). Evaluatie geofysische methoden voor onderzoek bresgevoeligheid van Vlaamse dijken: deelopdracht 3: voorstel tot monitoring. Versie 2.0. WL Rapporten, 706_08a. Waterbouwkundig Laboratorium/IMDC/G-Tec Geophysical Exploration/Afdeling Geotechniek: Antwerpen. VI, 47 pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen.
|
Beschikbaar in | Auteurs |
- Waterbouwkundig Laboratorium: Open Repository 217957 [ OWA ]
- Waterbouwkundig Laboratorium: WL Rapporten [217956]
|
Documenttype: Projectrapport
|
Auteurs | | Top |
- Depreiter, D.
- Van Looveren, R.
- Vincke, L.
|
|
|
Abstract |
Het Waterbouwkundig Laboratorium en afdeling Geotechniek verrichten enerzijds methodologisch studiewerk inzake de bresgevoeligheid van dijken. Anderzijds wordt er samen een lans gebroken voor het opstarten van grootschalige meetcampagnes naar grondmechanische grootheden om alle faalmechanismen meer gedetailleerd te kunnen inrekenen. De opbouw van de dijk kan echter niet altijd eenvoudig bekomen worden m.b.v. Klassieke geotechnische technieken.In een eerste fase (Deelopdracht 1) werden diverse geofysische technieken op verschillende proefsites toegepast aangevuld met stabiliteitsberekeningen. Op basis van deze resultaten werd de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van de methoden geëvalueerd (Deelopdracht 2). Hieruit bleek dat, in functie van geometrische en hydraulische randvoorwaarden die al dan niet aanleiding kunnen geven tot een specifiek faalmechanisme, geofysisch onderzoek bijkomend inzicht levert in de dijkstructuur. Al het voorgaande wordt in dit rapport (Deelopdracht 3) aangewend voor het opstellen van een voorstel (stappenplan) tot monitoring of inspectie van rivierdijken. Het onderzoek zou er uiteindelijk moeten toe leiden dat voldoende gegevens beschikbaar komen om de dijkstabiliteit volledig in te schatten. Voor de bestaande dijken moet dit toelaten na te gaan waar dijkverstevigingen nodig zijn (verbreding, plaatsen van damplanken, ...). Voor dijken waar werken gepland zijn, moet dit toelaten het ontwerp te optimaliseren. |
|