Geschiedenis | OMES Monitoring

OMES werd opgestart om de effecten van het Sigmaplan op het milieu in kaart te brengen. De stormvloed van 3 januari 1976 en de daar op volgende overstromingen gaven aanleiding tot de uitvoering van dit omvangrijke plan dat het gehele Zeescheldebekken dient te beschermen tegen overstromingen. In het Sigmaplan wordt dezelfde veiligheidsgraad nagestreefd als voor de Westerschelde in het Deltaplan. Dit betekent dat het maatgevende stormtij een kans van voorkomen heeft van 1/100 per 100 jaar, wat te Antwerpen een waterstand van 9,05 m TAW zou geven.

Na een nieuwe storm in 1994, met de hoogste waterstanden ooit gemeten op de Zeeschelde, werd een nood- en urgentieprogramma goedgekeurd. De uitvoering hiervan diende te passen binnen een integrale visie op het beheer van de waterlopen. Dit leidde tot een Algemene Milieu-Impact studie voor het Sigmaplan en daarop aansluitend tot een Onderzoek Milieu-Effecten Sigmaplan, OMES genaamd.

Het OMES-project had tot doel de biogeochemische kennis van de Zeeschelde te actualiseren en in belangrijke mate uit te breiden. Een uitgebreid monitoringprogramma werd opgestart: “Onderzoek naar de gevolgen van het Sigmaplan, baggeractiviteiten en havenuitbreiding in de Zeeschelde op het milieu”, kortweg OMES. Een estuarium is echter een zeer complex systeem dat door verschillende (menselijke) factoren wordt beïnvloed. Monitoring moet dan ook gebeuren vanuit verschillende onderzoeksdomeinen. In deze nieuwe visie (waarbij OMES opgenomen wordt binnen MONEOS) waarbij veiligheid, toegankelijkheid en natuurlijkheid samen worden aangepakt, is een goede kennis van het estuarine ecosysteem van de Schelde onontbeerlijk. OMES is een belangrijk instrument geworden bij het wetenschappelijk onderzoek in het estuarium. Monitoring wordt echter pas waardevol wanneer de metingen systematisch, over lange periode worden volgehouden. Dan pas kunnen langetermijneffecten en trends onderscheiden worden van kortetermijnvariaties. Belangrijk is dus een dataset te creëren zonder grote hiaten. OMES kan terugblikken op een grote, consistente dataset: sinds december 1995 werd maandelijks op vaste plaatsen, volgens een vast schema bemonsterd. Op enkele uitzonderingen na (ten gevolge van logistieke moeilijkheden met een van de monitoringsschepen) zijn er nooit onderbrekingen geweest in het staalnamepatroon.

In het voorjaar van 2008 werd MONEOS voorgesteld: een programma voor geïntegreerde monitoring van het Schelde‐estuarium in Nederland en Vlaanderen. Het MONEOS programma beschrijft een monitoring die wenselijk is om evoluties in de Schelde te beschrijven en oorzaak‐gevolg relaties te achterhalen. Dat is essentieel om op een wetenschappelijk verantwoorde manier het estuarium te beheren. Het plan omvat verschillende aspecten van het Schelde ecosysteem, gaande van hydro‐ en morfodynamiek, diversiteit habitats, fysico‐chemie, ecologisch functioneren en diversiteit soorten. OMES vervult in dit kader een belangrijk deel van de fysico‐chemische en ecologsiche monitoring voor de Zeeschelde. In 2009 werd het OMES programma afgestemd op de aanbevelingen uit MONEOS. Sindsdien bestaan de estuariene OMES monitoringscampagnes uit 3 vaardagen, telkens een maandag, dinsdag en woensdag.

In de eerste drie fasen van OMES (1995-2003) werd de rol van de intertidale zone in het functioneren van het ecosysteem gemodelleerd. In deze periode werden chemische, biologische en ecologische data bemonsterd. De multidisciplinaire kennis van het Schelde-estuarium maakt het mogelijk om mogelijke alternatieven voor de Sigma Dijken te identificeren en een geschikt voorstel betreffend het waterbeheer van het estuarium op te stellen.
De 4de fase van OMES startte in 2006 en zette de monitoring van de ecosysteemcomponenten uit de derde fase verder. Specifieke aandacht werd gericht op de mogelijke rol van gecontroleerde overstromingsgebieden als beschermingsstrategie tegen overstromingen en het estuariene milieu.
Een 5de fase zet de monitoring van de Schelde voort, maar is opgenomen in het nieuwe monitoringsprogramma MONEOS binnen O&M, een samenwerking tussen de Vlaamse en Nederlandse overheid.
Meer info over OMES in MONEOS.

De verschillende fasen binnen OMES: